Welke ondervloer in welke situatie?

Ondervloeren zijn er in vele soorten en maten. Iedere ondergrond in combinatie met een type vloerbedekking vraagt om een andere ondervloer. De collega’s van het Duitse blad boden wand und decke hebben onlangs een handig lijstje gepubliceerd (in het Duits uiteraard), hieronder samengevat. De meeste lezers zullen dit wellicht al weten, maar het is een handig rijtje.

Ondervloeren uit PE-schuim zijn goed geschikt voor het zwevend verleggen van parket en laminaat. Hoe dichter en zwaarder het schuim, hoe hoger de demping van het contactgeluid.
Ondervloeren met een geïntegreerde vochtwerende laag zijn eigenlijk alleen geschikt voor minerale ondergronden, niet voor op een houten dekvloer (die je in Duitsland vaker tegenkomt dan hier).
Ondervloeren van polyurethaan zijn vaak voorzien van minerale vulstoffen. Ze verminderen het contactgeluid bijzonder goed. Geschikt voor bijvoorbeeld zwevend verlegd parket of laminaat.
Natuurproducten zoals kurk zijn geschikt als ondervloer, speciaal voor houten dekvloeren. Vriendelijk voor het milieu maar er moet wel een vochtscherm worden aangebracht bij het plaatsen op een minerale ondergrond.
LVT-ondervloeren zijn zwaar te belasten en beschermen de plaatsing van relatief dunne klikvloeren. Sommige ondervloeren van dit type hebben een opbouw die het verschuiven van de vloer voorkomt.
Zelfklevende ondervloeren zijn geschikt voor LVT Dryback vloeren en zijn een goedkoop alternatief voor het klassieke verlijmen. De vloer kan later zonder schade worden verwijderd.
Ondervloeren uit geëxtrudeerd polystyrol (XPS) zijn er voor koude ondergronden. Door de hoge warmteweerstand zijn deze ondervloeren niet geschikt voor vloerverwarming.
Ondervloeren als ontkoppeling vangen spanningen op en maken het mogelijk om, met verlijming aan beide zijden, parket op een lastige ondergrond te leggen.
Vochtwerende folies verhinderen dat het water uit minerale ondergronden in de vloerbedekking doordringt. Deze folies kunnen niet op een houten ondervloer worden toegepast.