CBS De Glashorst is een gezonde school waarin veel daglicht doordringt. Een school die is ontworpen op de schaal van het kind, met treinzitjes in geborgen nisjes, lage doorkijkjes, verstopplekjes in de gevel en een speelplein in de zon.

Aan het woord over dit project: adjunct-directeur Henk Jan Ebbers en voormalig directeur Jan Bos van de Glashorst. Verder namens Interface Lieke Willems en Ferdy Thoonen en vanuit De Zwarte Hond architect Thomas Drenth. Jan Bos over de aanleiding: “Op deze plek stond ons vorige gebouw uit de jaren 60. We waren er gek op, maar het gebouw had veel onderhoud nodig, met een riolering en een dak die vervangen moesten worden en een éénpijpsverwarming die lekte. In afstemming met de gemeente kwamen we in aanmerking voor nieuwbouw. De gemeente had een locatie aan de rotonde bij de sporthal in gedachten, maar wij wilden deze locatie houden. Het is cultuurhistorisch bepaald, omdat deze grond begin vorige eeuw beschikbaar werd gesteld voor christelijk onderwijs. Daarnaast heet hij niet voor niets de Glashorst. Omdat hij aan de Glashorst ligt.” “Bovendien wilden we niet aan de rondweg liggen, met optrekkend verkeer”, vult Henk Jan aan, “een school zorgt voor de vitaliteit in de wijk. En dit mooie gebouw zorgt ervoor dat de huizen meer waard zijn geworden.”

Het bestuur VPCO stimuleerde de directie om vooral te dromen. Jan: “Het moest een school met een smoel worden. Iedereen was betrokken en voor ons was het net alsof we ons eigen huis zouden bouwen. Ik had toevallig de St. Michaelschool met architectuur van De Zwarte Hond gezien. Dat gebouw inspireerde me en ik vroeg het bestuur om De Zwarte Hond ook voor de selectie uit te nodigen. Na meerdere presentaties aan een breed opgezette commissie werd dat bureau unaniem gekozen. We hadden wel een aantal wensen voor het ontwerp. We zijn kindgericht, waarbij het sociale aspect binnen een school eigenlijk belangrijker is dan het leren. Een vertrouwde en fijne omgeving levert de basis voor prestaties. We wilden ook grote klassen met voldoende ruimte voor de kinderen. Wie ooit bedacht heeft om 30 kinderen in klassen van 50 m² te stoppen zou zich voor de rechter moeten verantwoorden. Op basis van de prognose rekende de gemeente met 10 lokalen, maar wij wisten dat we verder zouden groeien. Daarom heeft ons bestuur uit eigen middelen een 11e lokaal voorgefinancierd. Inmiddels zijn we gegroeid en betaalt de gemeente ons dat bedrag terug.”

“Het is een lichte, vrolijke en ruimtelijke school geworden, hoewel het tegelijk een compact gebouw is”, vertelt Jan verder. “Ontmoeten staat centraal en dat komt terug op het plein, op de leerpleinen en buitenplekken op de etage en in de personeelskamer. Omdat we grote lokalen wilden is er weinig ruimte voor extra activiteiten. De logopedist gebruikt de personeelskamer en als het nodig is kunnen we die ook als onderwijsruimte gebruiken.” Thomas knikt: “Door de ronding aan de voorzijde van het gebouw hebben we het extra geprofileerd en de uitstraling van een luxe villa gegeven. Door het gebouw achter op de kavel te plaatsen en het schoolplein aan de voorkant, in contact met de wijk, ontstaat buitenruimte die bijdraagt aan de levendigheid in het dorp. We hebben met een platte bruinrode baksteen (Vande Moortel) gewerkt, zonder stootvoegen, waardoor er lange linten ontstaan. Dat levert een prachtig spel van lange lijnen op. Op verschillende plekken hebben we glaswanden en lichtkoepels geplaatst, zodat het daglicht diep het gebouw in valt. Mooi zijn ook de inkepingen op de verdieping, die twee mooie buitenterrassen hebben opgeleverd. Het is zeker geen gangenschool en dat kon ook niet met de beschikbare meters. Daarom hebben we het zo geordend dat je steeds via een korte verbinding in de centrale hal komt. Ook daar vind je verschillende plekjes waar kinderen kunnen zitten. Het iets verdiepte speellokaal is met een schuifwand te openen, waardoor een groot podium ontstaat.” Henk Jan knikt: “Onze onderwijskundige visie en het gebouw sluiten naadloos op elkaar aan. Het is een lokalenschool, maar er wordt op allerlei plekken gewerkt, ook aan de tafels tussen de lokalen. Het mooie is dat ook wanneer de kinderen door de hele school zitten het toch rustig blijft.”

“Op het gebied van de inrichting hadden we ook genoeg wensen”, vertelt Jan, “zo wilden wij bijvoorbeeld lambrisering in de school en geen witte gestucte muren. Wij wilden ook dat de ramen gewoon open konden. Verder wilden we per se tapijttegels op de vloer, omdat dat bijdraagt aan een rustige sfeer in de klas, akoestisch goed werkt en ook gewoon mooi is. We kennen Interface natuurlijk al jaren, omdat het kantoor en de fabriek hier in Scherpenzeel staan. We hebben Ferdy met de architecten Bart van Kampen en Thomas in contact gebracht en die beide disciplines zijn samen aan de slag gegaan. Dat heeft een bijzondere inrichting opgeleverd die bij de uitstraling van de school  past.” Lieke is concept-designer van Interface: “De architect was in eerste instantie sceptisch over tapijttegels,  maar we hebben ze bij ons uitgenodigd en ze waren verrast door de mogelijkheden en toepassingen. Tapijt levert een andere akoestische en gevoelswaarde op. Vanuit onze eigen portfolio heb ik een aantal producten voorgesteld,  waar Thomas en Bart vervolgens mee aan de slag zijn gegaan.” Ferdy: “Op de verdieping is voor de zogenaamde World Woven tapijttegels gekozen en op de begane grond loose lay LVT met een akoestische backing. In de  personeelsruimte liggen ook tapijttegels met aan de randen een bies in een andere vorm.” Henk Jan knikt: “Je ziet een tapijt, maar het zijn tapijttegels. Dat wilden we ook om snel op eventuele vervuiling of beschadigingen in te kunnen spelen. Mensen zitten hier graag, omdat het zo huiselijk voelt. De trappen zouden eerst beton blijven, maar dat paste absoluut niet bij de uitstraling. Daar hebben we in overleg voor norament trapvormen gekozen en  dat staat ook weer mooi. En de vele lampen in de centrale hal zorgen helemaal voor dat huiselijke gevoel.”

“Het gebouw houdt rekening met mogelijke uitbreidingen”, vertelt Jan, “eventueel kun je een terras uitbouwen tot een lokaal. Verder zijn de wanden niet dragend, om snel in te kunnen spelen op een andere onderwijsvisie. En natuurlijk hebben we het zo duurzaam mogelijk gebouwd, met een dak vol zonnepanelen, een warmtepomp, veel natuurlijk daglicht en veel te openen ramen.” “We hebben ook bij de vloerinrichting gelet op duurzaamheid; de tapijttegels, LVT en norament trapvormen van Interface zijn gedurende hun hele levensloop CO2-neutraal.  Voor voor deze producten te kiezen werd er 11 ton CO2 bespaard tijdens de bouw van de school,” vult Lieke aan. Het slotwoord is voor Jan: “Wist je dat fijne gebouwen een belangrijke bijdrage leveren aan het welbevinden van mensen?”

Deze tekst is geschreven door Sibo Arbeek voor de januari editie van Schooldomein Magazine, de foto’s zijn van Studio Beeldwerken.