Tijdens de drie dagen dat ik rondliep over de afgelopen editie van de Domotex in Hannover zag ik een sterk contrast in bezoekersaantallen per dag(deel), per hal en zelfs per deel van de hal (middenpaden waren bijna altijd drukker dan de zijpaden). Wat mij vooral opviel was hoe weinig (Europese en zeker Nederlandse) bezoekers de weg naar Hannover wisten te vinden. Exposanten bevestigden mijn observatie: de ene dag relatief druk, de andere dag iets stiller. En de vraag die ik vaak gesteld kreeg: weet jij de bezoekersaantallen? Nee. Bij het slotbericht van de beurs ontbreekt dit niet alles- maar toch veelzeggende getal ook.

Natuurlijk, het was een BAU editie, waarbij veel exposanten kozen voor Beieren (of in ieder geval ook een stand aldaar) en dat is direct merkbaar in Hannover. Maar er was nog voldoende te zien op Domotex dat de moeite waard is. Een beurs is er ook om te netwerken, nieuwe contacten te leggen en oude contacten aan te halen. Een beurs is er ook om inspiratie op te doen bij andere dan de eigen leveranciers. Wanneer een detaillist of legger er toch voor kiest om thuis te blijven in deze professional in mijn ogen bezig om zich te veel te beperken tot het overbekende, zeker wanneer het argument is: ze komen toch wel naar me toe met de nieuwste spullen… Die nieuwe spullen had je allemaal zelf in een middag in Hannover op je gemak kunnen zien, thuisblijver!

Feit is wel dat er iets niet leek te kloppen bij deze editie. De nieuwe indeling die vorig jaar is ingevoerd (hallen 2 tot en met 9 voor textiele vloerbedekking, met het overgrote deel gewijd aan kleden uit het Midden-Oosten en Azië en vinyl/laminaat/parket/gereedschap in hallen 11, 12 en 13) lijkt overzichtelijk maar vergt een redelijk goede conditie wanneer men geen interesse heeft in hallen vol met kleden of zin heeft om te wachten op een busje. Want de Noordingang, waar de tram stopt, blijft de favoriete toegangspoort, ook voor bezoekers van de ver gelegen hallen 11, 12 en 13 (die dichtbij een andere ingang zonder tram liggen). Uiteraard reden er veel pendelbusjes en was er aangegeven dat iedereen hier gebruik van kon maken, maar oude gebruiken slijten langzaam: “Moet ik een kilometer door die tapijthal voordat ik bij mijn parketleverancier ben…” of  “Mooie hal, maar wat zitten we ver weggestopt…”

Of was het de trendpresentatie in hal 9, waar enthousiaste studenten en jonge designers hun visie op vloeren presenteerden die in veel gevallen niet zo heel veel met een concreet vloerproduct of de rol van de vloer in een interieur te maken had. Persoonlijk vond ik het heel leuk wat er te zien was en het enthousiasme van de studenten was aanstekelijk (bij de workshop Art Day heb ik mij kunnen bekwamen in het naschilderen van kwallen), maar dat oude vloerenrotten het hoofdschuddend aankeken zei niet alleen iets over hun halsstarrige houding (“Circustoestanden! Gewoon een bok met nieuwe vloeren laten zien en klaar!”), maar ook iets over de gapende kloof met de jongere generatie die het reflecterende looprad, de surfselfie op een golf van tapijt en het fascinerende karpet van gestrooid woestijnzand driftig met elkaar deelden via social media. De presentatie benadrukte alleen maar de afstand tussen de generaties in de vloerenbranche.

De grote nadruk op karpetten, zowel in aanwezigheid op de beurs als het doel van veel bezoekers en de afwezigheid van veel bekende merken in vinyl, laminaat en parket zorgden voor een gevoel van uit balans zijn. Beide groepen exposanten en bezoekers worden door meer gescheiden dan een verschil in vloertype, zo leek het. Alsof er twee verschillende beurzen tegelijk bezig waren, toevallig op dezelfde locatie. Dit gevoel had ik dit jaar nog sterker dan in voorgaande jaren. Dat het evengoed een vakbeurs was die het bezoeken wel degelijk waard was heeft u kunnen zien aan mijn vlogs op www.interiorbusiness.nl en leest u ook terug in mijn beursverslag in het komende nummer van Vloeren Business Magazine.

Goed, ik sluit deze beschouwing af met het slotbericht van de beursorganisatie: meer dan 1.400 exposanten uit meer dan 60 landen, meer verkochte beursmeters, bezoekers die voor meer dan 90 procent beslissingsbevoegd waren (en schijnbaar ook per persoon meer hebben gekocht dan vorig jaar, zonder concrete cijfers). Deze bezoekers kwamen voor 70 procent van buiten Duitsland (voor de beurs een bevestiging van de internationale aantrekkingskracht) en de organisatie noemt terloops…een lichte dip in het totale bezoekersaantal door de concentratie van de markt. Voor de editie van 2020 is men alvast zeer positief gestemd.